Recycling
Het recyclen van oudpapier en -karton gebeurt in papier- en kartonfabrieken. Nederland kent 21 papier- en kartonfabrieken die allemaal een ander soort papier of karton produceren. Op hoofdlijnen verloopt het productieproces van papier en karton overal hetzelfde. Afhankelijk van het soort papier of karton dat een fabriek produceert worden echter verschillende soorten oudpapier gebruikt als grondstof en zijn er ook verschillen tussen het ene of het andere recyclingproces.
De grondstofkeuze
Op basis van het soort papier of karton dat de papier- en kartonfabrieken produceren, worden verschillende soorten grondstoffen ingekocht. De meeste Nederlandse papier- en kartonfabrieken maken gebruik van oudpapier als grondstof. 85% van het papier en karton dat in Nederland wordt geproduceerd, wordt geproduceerd op basis van oudpapier. Het soort oudpapier (volgens de classificatie van de EN643) dat gebruikt wordt verschilt echter per fabriek.
Voor een groot deel wordt het type oudpapier dat wordt ingekocht bepaald door het soort papier of karton dat een papier- of kartonfabriek produceert. Een bruine kartonnen doos kan bijvoorbeeld in de meeste gevallen niet worden gebruikt om kopieerpapier van te produceren, omwille van de kleur. Andersom zou een kartonnen doos veel te duur worden wanneer daar hoogwaardige witte vezels voor zouden worden gebruikt.
Daarnaast is ook niet iedere fabriek in staat elk type grondstof te verwerken. Een fabriek die enkel nieuwe (virgin) vezels gebruikt kan bijvoorbeeld niet zomaar overstappen op het gebruik van oudpapier, omdat zij meestal niet beschikken over de processen die nodig zijn om vervuilingen zoals nietjes en plakband uit de pulp te halen. Hoe dit zit wordt hiernaast uitgelegd.
Het recyclingproces op hoofdlijnen
Papier en karton zijn opgebouwd uit een netwerk van (cellulose)vezels. Om nieuw papier of karton te maken van oudpapier, moet eerst het oude vezelnetwerk worden verbroken, en daarna een nieuw netwerk worden gevormd. Ongeacht het type papier of karton dat wordt geproduceerd, verloopt het recyclingproces van papier en karton daarom op hoofdlijnen altijd uit dezelfde vier stappen:
- De balen oudpapier worden toegevoegd aan een grote bak met water en net zolang geroerd tot het helemaal uiteen is gevallen tot een homogene brei: de pulp. Dit onderdeel van het proces noemen we de stofvoorbereiding.
- De pulp wordt op een oneindige, ronddraaiende zeef gebracht. Het water wordt door de zeef heen afgevoerd terwijl de vezels op de zeef blijven liggen. Zo wordt het papier of karton gevormd.
- Met behulp van persen wordt zoveel mogelijk water uit het papier of karton geperst.
- Het papier of karton wordt over verwarmde stalen cilinders gevoerd om het laatste vocht uit het papier te dampen.
Hoewel dit proces op hoofdlijnen voor alle papier- en kartonfabrieken gelijk is, is geen enkele papierfabriek exact hetzelfde. Hoe de stofvoorbereiding (de eerste stap in het proces) is ingericht is met name bepalend voor het type grondstoffen dat een fabriek kan verwerken. Met andere woorden: de recyclability en bruikbaarheid van een bepaald type oudpapier verschilt per fabriek. Hierop wordt in de rechtse kolom verder ingegaan.
Verschillen tussen recyclingprocessen
Elke papier- of kartonfabriek heeft zijn proces zodanig ingericht dat het type oudpapier dat zij inkopen goed te verwerken is tot het papier of karton dat zij produceren. Het proces is onder andere afhankelijk van de kleur en de kwaliteit van het ingekochte oudpapier en het type papier of karton dat de fabriek produceert (wit of grijs/bruin).
De verschillen zitten vooral in de manier waarop de pulp wordt bereid, in de stofbereiding. In de papierrecycling wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten stofvoorbereidingen:
- Eenvoudige stofvoorberiding: hierbij wordt het vezelmateriaal teruggewonnen door het te vervezelen en worden verontreinigingen zoals stukken plastic(folie), tape, nietjes, en lijmresten verwijderd met behulp van verschillende technieken.
- Complexe stofvoorbereiding: hierbij wordt naast het terugwinnen van het vezelmateriaal ook de zuiverheid (homogeniteit en witheid) van de pulp verhoogd. Dit wordt gedaan door inktresten te verwijderen (ontinkten) en soms ook door de vezels te bleken.
De meeste papier- en kartonfabrieken die (gekleurde) papier- en kartonsoorten zoals vouwkarton, massiefkarton of het basispapier (fluting en liner) voor golfkarton produceren beschikken over een eenvoudige stofvoorbereiding. Een complexe stofvoorbereiding wordt met name ingezet voor de productie van witte(re) papiersoorten, zoals hygiënepapier en krantenpapier.